Voor het deeg: Doe de bloem en het zout in een kom en druppel er de gesmolten boter of (voor vegan) raapzaadolie overheen.

Wrijf de boter of olie met je vingertoppen door het meel, tot het mengsel op grove broodkruimels lijkt. Meng er langzaam het water doorheen en pak het meel samen om een deeg te maken. Kneed het deeg krachtig door, tot het glad en zacht is en niet meer aan je vingers plakt. Maak een bal van het deeg, wikkel er vershoudfolie omheen, en leg het deeg in de koelkast.

Voor de vulling: Kook de erwtjes ongeveer 5 minuten en laat ze uitlekken.

Schil de aardappels en snijd ze in dobbelsteentjes. Snijd de bloemkool in kleine roosjes. De groenten worden later gestampt, dus het hoeft niet perfect.

Zet een pan op het vuur, verhit 2 eetlepels kokosolie, draai de vlam laag en bak het komijnzaad, de kruidnagels, de kaneelstokjes, de geraspte gember en de pepertjes. Daarna strooi je er de poederspecerijen bij (garam masala, kurkuma, asafoetida en nootmuskaat). Doe er nu de dobbelsteentjes aardappel en de bloemkoolroosjes bij. Laat alles een paar minuten bakken terwijl je blijft roeren. Voeg een bodempje water toe, dek de pan af, draai de vlam laag en laat alles rustig koken, tot de groenten gaar zijn. Voeg zo nodig tijdens het koken nog een beetje water toe, maar het is de bedoeling dat er geen water meer in de pan zit als de groenten gaar zijn.

Haal de pan van het vuur, doe de groenten over in een kom en stamp ze fijn. Roer de erwtjes, het zout, het citroensap en de fijngehakte korianderblaadjes door de groenten heen. Slim om nu te controleren of er genoeg zout, citroensap en peper inzit. De vulling mag ‘hoog op smaak’ zijn, omdat de smaak gedempt wordt door het deeg eromheen. Laat de vulling goed afkoelen: zet de kom met groenten in een grotere kom met koud water.

Het maken van de samosa’s: Haal het deeg uit de koelkast en kneed het goed door.

Neem een stukje deeg en maak er een balletje van ter grootte van een klein pingpongballetje. Rol elk balletje dun uit tot een schijf van ongeveer 10 cm doorsnee.

Leg op de ene helft van het deeg een eetlepel van de groentevulling. Vouw de andere helft van het deeg daar overheen en knijp de rand goed samen. Plooi de samengeknepen rand. Verhit de rijstolie in een wok boven een matig hoge vlam.